Als directeur van Wycliffe Bijbelvertalers kwam Bram van Grootheest regelmatig in Zuidoost-Azië. Een paar jaar geleden bezocht hij een hulpverleningsproject in het gebied van de taalgroep Fugong*, waar hij een bijzondere ontwikkeling zag.
“De Fugong is een taalgroep met ongeveer vijfduizend sprekers, verdeeld over verschillende provincies. De taal is niet geregistreerd, en niet internationaal erkend. Er is dus ook geen Bijbel in hun taal. Onder hen waren geen christenen.
In dit gebied is een sterk animistisch geloof. Geesten zijn een grote realiteit en hebben een sterke invloed op het dagelijkse leven. Bij de geboorte van een tweeling wordt bijvoorbeeld beide baby’s gedood, want er kan één een boze geest zijn. Mensen zijn continu bezig met het tevredenstellen van de geesten, maar dat is onmogelijk. Het maakt mensen angstig en uitzichtloos. Deze duistere sfeer is een van de redenen voor het grootschalige drugsgebruik in de regio. Daarom is een hulpverleningsorganisatie actief in het gebied.
De hulpverleners leerden een verslaafd echtpaar kennen en verwezen hen door naar een afkickkliniek, iets buiten het gebied. Daar kwamen ze in aanraking met het Evangelie. Ze kwamen tot geloof. Een enorme bevrijding! Na hun periode in de kliniek waren ze niet alleen vrij van drugs, maar ook van de invloed van boze geesten en de sjamaan. Ze hadden hun hart aan Jezus gegeven.
Hun dorpsgenoten raakten jaloers op het licht in hun ogen. Door hun getuigenis zijn er nu zo’n honderd mensen tot geloof gekomen en er zijn lokale gemeenten ontstaan.
Dat mensen Jezus aannemen is niet vanzelfsprekend. Voor de Fugong is het heel beangstigend om zich te bekeren. Ze hebben altijd alles gedaan om de geesten tevreden te stellen. Als je daarmee stopt, loop je het risico dat er bijvoorbeeld iemand sterft. Het is een groot wonder als mensen daar uitstappen.
De nieuwe christenen in dit gebied komen niet in een gespreid bedje. In dit gesloten land is het verboden om christen te worden. Een aantal mensen heeft gevangen gezeten vanwege het geloof. Maar ze stoppen niet met geloven. Het verlangen om meer over God te leren is groot. De vraag die nu naar ons toekomt is hoe we de belangrijkste Bijbelverhalen in hun eigen taal beschikbaar kunnen maken. Het is natuurlijk prachtig als mensen zich bekeren. Maar, daarna is er voeding nodig om het geloof sterk te houden. Daarvoor zijn de Bijbelverhalen cruciaal.
Ik vind het bijzonder om te zien hoeveel sterker God is dan de boze geesten en de sjamaan. Door de boze geesten komen mensen terecht in verslaving en duisternis. Door Jezus komt er nieuw leven. Dat is letterlijk een verschil van dag en nacht.”
*) Vanwege veiligheidsredenen is de naam van de taalgroep gefingeerd.